Terug

Deficiëntie stollingsfactor II, V, VII, X, XI, XIII en fibrinogeen

Deficiëntie stollingsfactor II, V, VII, X, XI, XIII en fibrinogeen

Volledige deficiëntie van stollingsfactoren II, V, VII, X, XI, XIII of fibrinogeen komt alleen voor bij homozygoten en daardoor vaker bij kinderen van consanguine ouders. Heterozygoten hebben een nog wel aanwezige, maar verlaagde stollingsfactoractiviteit en kunnen daarbij ook bloedingssymptomen hebben, waaronder hevig menstrueel bloedverlies. Daarnaast zijn zowel hypo- als afibrinogenemie als ernstige FXIII-deficiëntie geassocieerd met een sterk verhoogd risico op miskramen tot >90% van de vrouwen met een ernstige FXIII-deficiëntie.

Diagnostiek uitklapper, klik om te openen

  • Verlaagde aktiviteit van de betreffende stollingsfactor
  • Verlengde APTT en/of PT, corrigerend in de mengproef:
    • Verlengde APTT bij tekort aan factor VIII, IX, XI, XI
    • Verlengde PT bij tekort aan factor VII
    • Verlengde APTT en PT bij tekort aan factor I, II, V, X
  • Bij factor XIII deficiëntie zijn de APTT en PT normaal

Behandeling uitklapper, klik om te openen

  • Suppletie van ontbrekende stollingsfactor
  • Tranexaminezuur

Verwijzing uitklapper, klik om te openen

Patiënten met een (verdenking op) immuuntrombocytopenie worden voor diagnostiek en behandeling doorverwezen naar een hemofiliebehandelcentrum.

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Menu